Deze ochtend werd ik op een Sheldon-achtige manier gewekt
(cf. Big Bang Theory voor zij die hem niet kennen) door Zephyrin: (klop klop)
Sebastien, (klop klop) Sebastien, (klop klop) Sebastien, (klop klop) Sebastien…
OUI, qu’est-ce qu’il y a? (Dag ochtendhumeur) – ik moést opstaan, dus
kruip kruip uit het bed. Bleek dat hij geld nodig had om brood te gaan kopen
voor het ontbijt. Ik vroeg me af waarom hij mij daar voor nodig had dus slofte
ik naar GM, die ik langs het raampje van zijn kamer moest wakker maken.
Aangezien er nog iemand naar het dorp gestuurd moest worden namen Jasper en ik
de tijd om nog wat te werken – Jasper zocht meer woorden waar hij die r-klank
hoopte te krijgen, en om zijn hypothese te testen. De vrouwen van de pastoors
kwamen dan al schuifelend de tafel dekken – en weer het ongemakkelijke gevoel
van ‘wat moet ik dekken voor de blanken?’ Voor de eerste keer in zes weken aten
onze gastheren- en dames een warme maaltijd als ontbijt: rijst met bonen en
ndunda. We hebben dan maar vriendelijk meegegeten, met een groot brood als
afsluiter. Tijdens het ontbijt kregen we dan ook nog eens de vriendelijke man van
de migratie over de vloer, die zich dan excuseerde en terug naar buiten ging.
Na het ontbijt verzamelden we dan onze paspoorten, maar toen we naar buiten
gingen was hij al teruggekeerd naar het dorp. We dropten de valiezen terug in
de auto (GM trok nog naar het lokale schooltje voor een fotosessie), en voor we
vertrokken moesten ook de pastoors met vrouwen een shoot doen. Wanneer we dan
door het dorp reden kwamen we de Grote Vriendelijke Reus tegen. Nauwkeurig
schreef hij alle informatie op uit onze visum, en dan hadden we de ‘toestemming’
om te vertrekken. We reden terug richting Tsanga Nord en Tshela, en stopten in
het dorp Ndulu-Nzobe om onze woordenlijst af te nemen voor het Kizobe/Cizobe (er is zeer onregelmatige en individuele variatie tussen ki en ci). Zoals zo vaak plukken we gewoon twee mensen uit het
dorp (liefst ouderen, omdat de kans groter is dat ze minder beïnvloed zijn door
andere varianten of talen), en lieten op twee verschillende locaties een
tafeltje en wat stoelen zetten. Aangezien we iets voor de middag begonnen met
ons werk verzamelden de kindjes zich al snel rond ons – de scholen eindigen
rond 12 uur. Onze informant sprak enkel Cizobe en Kiyombe, en dus hadden we een
vertaler nodig. We plukten een jongen uit ons publiek dat regelmatig woorden
gaf met onze begeerde klank, en ook goede woorden (d.i. reflexen van de
Proto-Bantoe woorden die we wilden verkrijgen). Vaak werd het lawaai van onze
toeschouwers te luid, maar ik merkte al snel dat het een slechter idee was de
kinderen weg te jagen dan ze te laten, omdat ze dan nog vijf minuten
schreeuwend wegrenden. Als je ze gewoon wat liet staan verveelden ze zich al
snel en druipen ze ofwel af, of zetten/leggen ze zich ergens stil in de buurt.
Ook Izidor, die zich bij ons had gezet, viel al snel in slaap. In de
basiswoordenschat had GM al heel wat verschillende woorden tov het Cilinji (wat
hopelijk iets meer zekerheid geeft dat het toch een andere variant is, en niet
dezelfde met een andere naam). In het dorp waar we de nacht hadden doorgebracht
wilden we ook nog een rouwdienst meepikken. Die begon om 14uur, maar natuurlijk
was het werk hier uitgelopen en konden we pas om 14u20 vertrekken. Terug
richting grens, om toch nog 'op tijd’ aan te komen. De rouwdienst was verdeeld
in een vrouwelijke en mannelijke groep, en natuurlijk gingen we bij de mannen
zitten. Daar zat in het midden op een rieten mat de weduwnaar. Verder liepen er
nog vier mannen rond in de cirkel die geld aannamen van de genodigden. Dat werd
dan doorgegeven aan iemand die alle bedragen zorgvuldig in een schriftje
noteerde met de naam van de donor erbij. Vervolgens gaf één van de vier mannen
een speech voor iedereen die geld gaf, waarna hij het aan de weduwnaar gaf.
Vaak werden ook stoffen doeken geschonken, en natuurlijk konden de mindele’s er niet onderuit. Gelukkig
hebben we steeds Zeph bij die moeiteloos voor welk publiek dan ook een speech
preekt. Dit ging door totdat de vrouwen, een beetje verder aan de andere kant
van de weg, teken gaven dat hun gedeelte van de rouw gedaan was. Dan werd de
kist naar het kerkhof gebracht, maar ook dit gebeurde in een ritueel geheel,
waarbij de kist door verschillende mannen op een bed gemaakt uit bamboestokken
werd gedragen. Zij liepen dan heen en weer met de kist, vijf meter naar links,
vijf terug naar rechts, terwijl er werd gezongen en muziek gespeeld. Dan ging
deze groep mensen met de kist langs de huizen om nog geld op te vragen, en
logischerwijs werd eerst onze Hilux bezocht, die symbool stond voor het huis
van de blanken. Op dat moment had GM eindelijk door dat we genoeg gefilmd
hadden, en we nog helemaal terug naar Tshela moesten rijden. Het landschap waar
we doorrijden is op zich al schitterend, maar het licht van de ondergaande zon
geeft net dat beetje extra. Ook de weg liet regelmatig te wensen over, en we
moesten de auto verschillende keer in 4X4-modus zetten om te vermijden dat we vast
kwamen te zitten in los zand. Eens in Tshela kochten we wat ingrediënten voor
een spaghetti die we lieten klaarmaken door Mireille 2, en we hadden ook nog
voldoende brood in ons rantsoen. Terwijl we wachtten op de elektriciteit die er
meestal na 22uur doorkomt nam ik een powernap om nog even door te werken als de
stroom er terug is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten